vrijdag, november 22, 2024
AlgemeenLokaal NieuwsZakelijk

Ministers Ramdin en Achaibersing voeren vruchtbare gesprekken in Frankrijk en Nederland

De ministers Albert Ramdien en Armand Achaibersing van respectievelijk Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerking en Financien en Planning hebben tijdens hun recente dienstreis, vruchtbare gesprekken gevoerd in Parijs, Frankrijk en Den Haag, Nederland. Ondermeer is gesproken met de Paris Club, een grote financieringsclub die de ondersteuning heeft toegezegd om het traject van biltarale lening te ondersteunen. Daarnaast is van gedachten gewisseld met regeringsautoriteiten.

Met de minister van Buitenlandse Handel en Europese Aangelegenheden is afgesproken om de samenwerking verder te instensiveren. Verder is ook gevraagd naar ondersteuning voor de uitvoering van het IMF programma voor Suriname. Ook het intensiveren van de samenwerking met het Franse Agentschap voor Ontwikkelingssamenwerking is ter sprake gekomen. Die is bereid om meer projecten uit te voeren en te financieren voor Suriname. Dit agentschap is ondermeer geïnteresseerd als het gaat om de bouw van de brug over de Marowijnerivier. Een initiatief waar achter de Franse regering ook staat. President Santokhi gaf tijdens de reguliere persconferentie van de regering te kennen, dat er in Parijs ook gesprekken gevoerd zijn met de CEO van oliegigant Total. Er is aangegeven, dat deze maatschappij in 2021 in Suriname voor een bedrag van USD 500 miljoen zal investeren en wel voor boringsactiviteiten voor de kust van ons land. De verwachting is dat in 2025 de eerste olie uiot de zeebodem gehaald zal worden. In Frankrijk heeft de ministeriele delegatie ook gesproken met andere investeerders die hun bereidwilligheid getoond hebben om te komen investeren. Ook in Nederland zijn er goede gesprekken gevoerd met collegaministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en Financien. Het resultaat hiervan is dat van 2-7 november 2020 hoge ambtelijke delegaties naar ons land afreizen om hier met diverse sectoren van gedachten te wisselen met als doel te geraken tot gemeenschappelijke programma’s van samenwerking. President Santokhi gaf aan, dat de resterende verdragsmiddelen van meer dan 17 miljoen Euro die zijn vrijgekomen in elk geval niet in de consumptieve sfeer zullen worden ingezet. De bestemming daarvan zal nog duidelijk worden aangegeven maar de president tekende wel aan, dat de middelen in de agrarische en de productiesector besteed zullen worden. Verder heeft de president heeft ook aangegeven dat met de diasporagemeenschap ook goed egesprekken gevoerd worden. Het is de bedoeling om medio november op het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking het diaspora instituut dat bemenst zal worden door deskundigen voor een goed diaspora beleid, te lanceren.