Minister Kuldipsingh ontvangt evaluatie wetgeving uitzendkrachten
De minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW&J), Rishma Kuldipsingh, heeft van het onderdirectoraat Juridische en Internationale Zaken een evaluatie ontvangen van de Wet ter Beschikking Stellen Arbeidskrachten door Intermediairs. Deze wet werd in 2017 aangenomen naar aanleiding van de toename van het aantal uitzendbureaus in Suriname en het feit dat er geen wetgeving op dit stuk bestond. Deze ontwikkeling werd wat sommige aspecten betreft als ongewenst ervaren, omdat bleek dat op arbeidsplaatsen die permanente werkgelegenheid konden bieden, uitzendkrachten als goedkope arbeidskrachten werden ingezet. De evaluatie heeft op dinsdag 17 augustus plaatsgevonden.
In 1997 werden door de International Labour Organization (ILO) aangenomen de Private Employment Agencies Convention (No. 181) en de Private Employment Agencies Recommendation (No. 188). Deze ILO-standaarden benadrukten de regulerende rol van de overheid tegenover private arbeidsbureaus, waaronder ook de uitzendbureaus. In 2006 werd de Employment Relationship Recommendation (no. 198) aangenomen waar de noodzaak werd benadrukt van het zichtbaar zijn van verantwoordelijke werkgevers wanneer arbeid in dienstverband (in een gezagsverhouding tot een partij) wordt verricht. In 2006 werd het genoemd ILO Verdrag No. 181 geratificeerd door Suriname en ontstond de noodzaak om de wetgeving van Suriname aan te passen.
Het evaluatierapport is tot stand gekomen op basis van informatie die is verkregen van alle betrokken partijen via een enquête en een survey en op basis van data die door het ministerie is bijgehouden. Ook is kwalitatief onderzoek gedaan naar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in relatie tot uitzendkrachten en mogelijke dreigingen in de toekomst. Ook is specifiek gekeken in welke mate uitvoering kon worden gegeven aan de verschillende bepalingen in de wet. Het rapport omvat 45 conclusies en 21 aanbevelingen. Een belangrijke conclusie in de evaluatie is dat honderden werknemers (meer dan 600) dankzij de werking van de wet o.a. bij de goudbedrijven in aanmerking zijn gekomen voor een directe dienstbetrekking. Op basis van de conclusies en aanbevelingen wordt een follow-up-traject ontwikkeld om hiaten in wet- en regelgeving, de uitvoering en de handhaving weg te werken.
De minister heeft met verwijzingen naar de opmerkingen gemaakt in De Nationale Assemblee het rapport in ontvangst genomen. Ze heeft benadrukt het belang van tussentijdse monitoring en controle en maatregelen die op basis daarvan kunnen worden genomen. De minister heeft ook benadrukt het belang van de Vacaturebank in de allocatie van werklozen en werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Ze gaf het belang aan van de samenwerking tussen de Vacaturebank en de overige instituten die op de arbeidsmarkt functioneren en diensten verlenen aan werkzoekenden. Ook heeft de minister aangegeven dat het van belang is dat de afdeling vergunning intermediair (AVI) wordt versterkt. Minister Kuldipsingh heeft de aanbieders van het rapport opgeroepen om met voortvarendheid te werken aan het natraject op basis van de conclusies en de aanbevelingen.
Ingevolge de wet zal de evaluatie besproken worden met de vakbeweging en het bedrijfsleven. Ook zal het rapport ter uitvoering verder besproken worden met belangrijke autoriteiten binnen het departement zoals de Inspecteur Generaal en het hoofd van de Arbeidsinspectie. Bij de presentatie waren aanwezig de onderdirecteur Juridische en Internationale Zaken (mr. Glenn Piroe), het fungerend hoofd Afdeling Vergunningen Intermediairs (Jean Moerawi LL. en het hoofd Bureau Wetgeving (Wihtley Lodik LL.M).