Binnenlandse houtproducenten positief over gesprek met regering
De binnenlandse houtproducenten hebben een vruchtbaar gesprek gehad met een regeringsdelegatie onder leiding van president Chandrikapersad Santokhi. Dit was op dinsdag 27 oktober 2020. “Het is vruchtbaar geweest. Zeer productief. We hebben kanttekeningen geplaatst en ook voorstellen aangedragen”, zegt voorzitter Paul Abiteng van binnenlandse houtproducenten. De voorzitter zegt begrip te hebben voor het voornemen van de regering om heffingen op bos- en bosbouwproducten te verhogen. Hij snapt dat er belasting betaald moet worden, maar de verhoogde brandstofprijs heeft een enorme impact op de sector. Als gevolg van de COVID-19 crisis hebben vele ondernemers ook zware klappen geïncasseerd. Abiteng hoopt dat er van overheidswege de juiste beslissingen worden genomen, om te voorkomen dat ondernemingen genoodzaakt zullen zijn om arbeiders af te vloeien en zelfs over de kop gaan.
Abiteng laat doorschemeren geen tegenstander te zijn van het afbouwen van de export, maar hij leeft niet in de veronderstellingen dat op dit moment de nodige voorzieningen in place zijn. “Äls we willen stoppen met rondhout dan moeten we ons goed voorbereiden. Het kan en het mag, maar zijn de lokale zagerijen in staat om alle gekapte rondhout te verwerken?”, vraagt hij zich retorisch af. Hij zegt vervolgens dat het ook is gebleken dat 60 procent van het hout dat zagerijen in Suriname verzagen wordt weggegooid. Het is volgens hem noodzakelijk om de technologie aan te passen, om zodoende verspilling tegen te gaan. “In het buitenland verbruikt men alles. Van zaagsel tot de bast van het hout.”
De voorzitter zegt het verzoek te hebben gedeponeerd bij de regering om mogelijkheden te bekijken om de houtproducenten in de gelegenheid te stellen om hun machines invoerrechten vrij binnen te halen. “We hebben gevraagd naar een bosbouwfonds, dat opgericht moet worden en een financiële injectie behoeft.” De voorzitter zegt dat de handel op de lokale markt momenteel verlieslatend is. “Men denkt dat de houtsector geen bijdrage levert. Dat is niet waar, want wij betalen retributie, concessierechten, loonbelasting, inkomstenbelasting en government take. Als we kijken naar lokaal hout; onze kostprijs is 80 usd en onze verkooprijs is 55 usd. Wij lijden verlies.”