DC Radjab lanceert ‘Het Geheugen van Noord Commewijne’
Districtscommissaris (dc) Mohamedsafiek Radjab heeft met het schrijven van een commentaar op een van de gepubliceerde verhalen de website https://geheugenvancommewijne.sr/ officieel gelanceerd. De lancering vond plaats op woensdag 16 december 2020 tijdens een ceremonie te Frederiksdorp, Commewijne. ‘Het Geheugen van Noord Commewijne’ verzamelt niet eerder vastgelegde persoonlijke verhalen van oude en nieuwe generaties van het district.
Het project is een initiatief van de Stichting Gedeeld Cultureel Erfgoed Suriname – Nederland en Hogeschool Amsterdam, financieel mogelijk gemaakt door Twinningfaciliteit Suriname-Nederland (UTSN), en uitgevoerd in samenwerking met adviesbureau Berenschot, NIKOS, Openluchtmuseum Fort Nw- Amsterdam, Amsterdam Museum en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
De verhalen nemen buitenstaanders bij de hand mee door Noord Commewijne en biedt gelegenheid niet alleen het gebied, maar ook mensen beter te leren kennen en begrijpen. Dc Radjab heeft de initiatiefnemers en alle partners gecomplimenteerd en gefeliciteerd met deze bijzondere bijdrage aan de ontwikkeling van Commewijne. “U zet hiermee Suriname in het algemeen, en Commewijne in het bijzonder op de kaart”, aldus de burgervader. Voorafgaande aan de lancering gaf hij een korte presentatie van het district. Na de ceremoniële lancering, hadden aanwezigen de gelegenheid om samen de website te bezoeken en stil te staan bij enkele van de verhalen.
Gerald Alberga is voorzitter van de Stichting Gedeeld Cultureel Erfgoed Suriname – Nederland. Hij memoreerde dat Commewijne vroeger een van de bloeiende districten was, lang voor de opkomst van de mijnbouwindustrie in Suriname. Er kwam daarna een tijd van verval, maar Alberga gelooft in een herleving van de glorie en een bloeiende toekomst voor Commewijne. “Er ligt nog steeds een schat hier in Commewijne, en dat ligt in de geschiedenis die hier in het district verborgen ligt”, aldus de stichtingsvoorzitter. De combinatie tussen de sprankelende persoonlijke verhalen, het uniek erfgoed en de onvermoeibare inzet van de lokale bevolking, scheppen samen nieuwe mogelijkheden voor toerisme in het gebied. Alberga noemt Commewijne een heel bijzonder district dat zeker een kans verdient om weer op poten te komen. Hij vroeg daarom extra aandacht voor de toerismesector in Commewijne, des temeer omdat deze sector potentieel Suriname’s grootste valutaverdiener is, op aardolie na.
Sirano Zalman, directeur van Plantage Frederiksdorp en projectleider, beschouwt de website als een virtuele plek waar voor velen de historie kan worden herleefd, anderen zichzelf herkennen en waar bekenden en familie elkaar terugvinden. De verhalen exposeren hoop, dromen, verlies en vergane glorie, maar bevatten ook succesverhalen. Volgens Zalman ligt een deel van de kracht van Commewijne in de geschiedenis zoals we die terugvinden in boeken. Maar, de persoonlijke vertellingen en ervaring van de lokale bewoners herbergen een nog grotere kracht. De website bevatte bij lancering 55 verhalen, maar heeft ruimte voor nog veel meer.
De website maakt deel uit van een serie projecten die in uitvoering zijn:
– Transformatie plantagehuis uit 1740 op Plantage Frederiksdorp in verhalenhuis. De verhalen worden onder meer via multimedia tentoongesteld in het Verhalenhuis: een interactief verhalenmuseum. Stichting Gedeeld Cultureel Erfgoed Suriname-Nederland richt zich op behoud en ontwikkeling van Cultureel erfgoed van Noord Commewijne. Als kenniscentrum zal het verhalenhuis ook een bron van informatie zijn voor studenten en anderen die behoefte hebben aan achtergrondinformatie, die niet te vinden is in geschiedenisboeken.
– Een fietsroute waarbij men door de gebieden en dorpen uit de verhalen kan fietsen en zo stukken uit de verhalen kan terugvinden.
– Educatieve rondwandelingen.
– Twee studio’s (eenkamerappartment) in het verhalenhuis voor artist-in-residence en onderzoekers.
Als blijk van waardering voor de inspanningen van Plantage Frederiksdorp om Commewijne te ontwikkelen, heeft de dc toegezegd een locatie te zullen vrijmaken op Mariënberg, alwaar een parkeerhaven zal worden gebouwd voor gasten die van daaruit de rivier oversteken naar het oord.