Minister Ramadhin garandeert veiligheid kinderen
De ministeries van Volksgezondheid en Onderwijs, Wetenschap en Cultuur hebben op basis van wetenschappelijke inzichten, en in samenspraak met gezondheidsautoriteiten besloten dat het dragen van een mond- en neuskap door kinderen onder 12 jaar niet meer verplicht is. Minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid zegt dat er goed is geluisterd naar met name de kinderartsen, maar ook naar de adviezen van onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Hij begrijpt als minister, maar meer nog als arts dat ouders van kinderen onder twaalf jaar zich ongerust zullen maken om de gezondheid van hun kroost wanneer die zonder mond- en neuskap de school bezoekt.
Minister Ramadhin garandeert echter dat de regering de veiligheid van de kinderen erg serieus neemt. Hij zegt dat het dragen van een mond- en neuskap door de WHO wordt afgeraden voor kinderen onder de 12 jaar. “De kinderen zijn veilig, omdat het het advies is van WHO en onze eigen gezondheidsautoriteiten. De kinderen zijn niet in staat anderen te besmetten”, benadrukt Onderwijsminister Marie Levens.
De ministeries hebben het besluit ook nog genomen na recente evaluatiegesprekken tussen deskundigen van beide departementen. Uit deze gesprekken is gebleken dat in de praktijk kinderen onder twaalf jaar veel moeite hebben met het opzetten en blijven aanhouden van mondkapjes. “De deskundigen hebben zich erover gebogen en uiteindelijk hebben de wetenschappelijke inzichten aangetoond dat het gebruik van een mondmasker voor een kind onder 12 jaar niet verplicht is, althans de nadelen wegen zwaarder dan de voordelen”, aldus minister Ramadhin. Behalve dat de kinderen moeite hebben de mond- en neuskap blijvend op te hebben, zorgt het ook voor concentratieproblemen. In combinatie met de huidige hitte blijkt de mond- en neuskap ook een enorme obstakel bij het inademen van frisse lucht, waardoor het de gezondheid van de kinderen in een lokaal als gesloten ruimte ook niet ten goede komt.
Minister Ramadhin zegt dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat kinderen door COVID-19 ziek worden. Kinderen kunnen lichte symptomen vertonen doch minder tot bijna niet besmettelijk zijn. Evenzo is er volgens de bewindsman genoeg wetenschappelijk bewijs om aan te tonen dat het opzetten van een mondmasker voor kinderen onder 12 jaar noemenswaardige voordelen noch nadelen heeft. Hij wijst erop dat er protocollen zijn ontwikkeld door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en Volksgezondheid en dat er duidelijke richtlijnen zijn. De bewindsman benadrukt dat indien een kind ziek is, verkouden of grieperig, die thuis gehouden moet worden, dit geldt ook voor leerkrachten. Indien een gezinslid positief getest is op COVID-19 of een suspected geval is, dient het kind ook in dit geval thuis gehouden te worden. De minister zegt dat op deze manier voorkomen kan worden dat er COVID-besmettingen op school plaatsvinden.
Hij herinnert verder aan de algemene maatregelen welke de ouders ook aan hun kinderen moeten meegeven, te weten: afstand houden en handen wassen of gebruik van handsanitizer. De bewindsman benadrukt dat kinderen boven 12 jaar zijn nog steeds verplicht zijn een mond- en neusmasker op te doen. Hij geeft de leerkrachten mee dat de ministeries Volksgezondheid en Onderwijs in goed overleg zijn en dat er continu evaluatiegesprekken plaatsvinden. De onderwijsgevenden dienen te allen tijde een mond- en neuskap op te hebben. Zij moeten de instructies van hun ministerie als werkgever opvolgen en kinderen onder twaalf jaar niet te verplichten een mond- en neusmasker op te zetten.