vrijdag, november 22, 2024
Foto: Albert Ramdin - Minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking | Bron: BIBIS
FeaturedLokaal Nieuws

Minister Ramdin pleit voor toegang tot voldoende ontwikkelingskapitaal voor minder ontwikkelde landen

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en International Samenwerking (BIBIS) heeft de 7e Ministeriële CARICOM-Japan vergadering toegesproken. Tijdens deze virtuele vergadering op dinsdag 20 juli benadrukte de bewindsman de huidige realiteit van CARICOM-lidlanden van zwaar getroffen economieën door de COVID-19 pandemie en daarbij de noodzaak voor ondersteuning van Japan op technisch-, wetenschappelijk- en financieel gebied.

In zijn toespraak op het thema ‘Financing for Development’ gaf minister Ramdin aan dat de realiteit is dat de COVID-19-pandemie een zware druk heeft gelegd op de economieën van de CARICOM-lidlanden, waarbij vooral de toerismesector het zwaar te verduren heeft gehad. Voorts, dat reeds beperkte middelen moesten worden aangewend om de impact van COVID-19 te beheersen en dat vele Caraïbische naties te maken hebben met een hoge schuldverhouding, een verminderde productiecapaciteit met als gevolg lage verdiencapaciteit. Verder blijft het Caraïbisch gebied kwetsbaar voor natuurrampen.

De bewindsman benadrukte de noodzaak voor ondersteuning van Japan op technisch-, wetenschappelijk- en financieel gebied om de respectieve economieën weer op te bouwen. Daarnaast gaf minister Ramdin onder andere de behoefte aan dat Japan zich sterk zou maken voor een rechtvaardigere indexering van de CARICOM-lidlanden, rekening houdende met hun specifieke kwetsbaarheden. Hij riep op een waardevolle en betrouwbare partner te blijven van de CARICOM-ontwikkelingsagenda op internationale fora en sprak gelijk erkentelijkheid uit over de ondersteuning verkregen bij de G-20 discussies.

Minister Ramdin drong vervolgens aan op support van rechtvaardige mechanismen voor financiële betrokkenheid en toegang tot financiële middelen, met name bij uitvoering van regionale en wereldwijde initiatieven zoals het klimaatverdrag. Voorts onderstreepte de bewindsman dat committeren aan nobele idealen vergezeld dient te gaan met concrete verbintenissen en dat hierbij gedacht moet worden aan herziening van wereldwijde financiële instrumenten en leningenprogramma’s van internationale financieringsinstituten.

De minister hield de vergadering tenslotte voor om nu te handelen en om een samenwerkingskader te ontwikkelen gebaseerd op solidariteit en de realiteit van onderlinge afhankelijkheid ten gunste van iedereen. ‘Alleen onmiddellijke actie kan voorkomen dat dit een verloren decennium wordt voor duurzame ontwikkeling.’ Tot slot is erkentelijkheid uitgesproken aan Japan voor de geboden assistentie aan de Caribische landen, in het bijzonder in de strijd tegen de verdere verspreiding van COVID-19.

De aanwezige delegaties van de CARICOM hebben een constructieve dialoog gehad met de Japanse collega van Buitenlandse Zaken, Toshimitsu Motegi.