woensdag, juli 3, 2024
Foto: Albert Ramdin - Minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking | Bron: BIBIS
FeaturedLokaal Nieuws

Minister Ramdin vertrekt binnenkort voor werkbezoek naar Marokko en Frankrijk

De minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, Albert Ramdin, zal op uitnodiging van zijn ambtgenoot van het Koninkrijk Marokko, Z.E. Nasser Bourita, van 11-12 maart 2021, een werkbezoek aan Marokko afleggen.

Het werkbezoek staat in het teken van het verdiepen en versterken van de bilaterale relatie tussen Suriname en Marokko. Het ligt in de bedoeling om tijdens dit bezoek een nieuw samenwerkingsprogramma voor de periode 2021-2024 overeen te komen. Met de ondertekening hiervan wordt de bereidheid van beide landen, benadrukt om binnen de overeengekomen gebieden de samenwerking verder te bevorderen.

Vervolgens zal de minister op uitnodiging van zijn ambtgenoot van de Franse Republiek, Jean-Yves Le Drian, op 15 maart 2021 in Parijs vertoeven voor een werkbezoek.

Het doel van dit werkbezoek is het uitwisselen van perspectieven met betrekking tot het versterken van de grensoverschrijdende samenwerking tussen Suriname en de Franse Republiek op verschillende gebieden op basis van wederzijds respect en goed nabuurschap.

Tijdens dit werkbezoek ligt het in de bedoeling om twee (2) overeenkomsten te ondertekenen, te weten: de Grens Overeenkomst, die eerder op technisch gebied door de respectieve vertegenwoordigers is geparafeerd in Suriname, alsmede een Overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken.

In Parijs zal de bewindsman eveneens gesprekken voeren met vertegenwoordigers van Lazard, Paris Club, AFD en de Directeur-Generaal van UNESCO.

Een belangrijk onderdeel tijdens beide werkbezoeken betreft onder meer initiële gesprekken met het lokaal bedrijfsleven voor het aantrekken van investeringen en het bevorderen van de handel.

Op de terugreis naar Nederland zal minister Ramdin gebruik maken van de gelegenheid om gesprekken te hebben met Nederlandse bewindslieden en vertegenwoordigers van de diaspora gemeenschap.