President Santokhi ontmoet Guyanese ambtgenoot en ministers
President Chandrikapersad Santohki heeft vandaag een officiële ontmoeting met de Guyanese President Irfaan Ali. Het overleg tussen beide presidenten vindt nu plaats in het Arthur Chung Conference Center in Georgetown. De ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen zitten ook aan tijdens dit overleg en zullen na het overleg elkaar spreken.
Hierna zullen de ministers Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) en Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW) met hun Guyanese counterparts in plenaire sessies gesprekken voeren. Het ligt in de bedoeling dat na deze sessies een persconferentie gehouden zal worden in Guyana. President Santohki zal in de middag ook een ontmoeting hebben met de nieuwe Caricom secretaris-generaal Carla Barnett.
Dinsdagavond heeft de Surinaamse presidentiële delegatie ook al een ontmoeting gehad met hun counterparts en de Guyanese president tijdens een diner met het bedrijfsleven in Guyana. De CEO van Staatsolie Maatschappij Suriname N.V., Annand Jagesar, geeft in een gesprek met de Communicatie Dienst Suriname (CDS) dat hij met president Ali en zeven Guyanese ministers aan tafel heeft gezeten. Berichten als zouden de Guyanese counterparts niet in Guyana zijn op dit moment, stuurt hij naar het rijk der fabelen. “We zijn op de juiste plek. Ik begrijp dat de vicepresident van Guyana naar dat event in Houston is gegaan, maar de rest van de mensen zijn er”, zegt Jagesar.
Een van de belangrijkste onderwerpen op de agenda tijdens dit bezoek aan Guyana is de ontwikkeling op het gebied van olie en gas tussen Suriname en Guyana. De CEO van Staatsolie is zelf ook aanwezig om mee te onderhandelen tijdens de gesprekken. Volgens Jagesar zijn de oliemaatschappijen Total Engergie en Apache Corporation met een ‘fast track’ bezig om de eerste olie uit de bodem te halen. De eerste olie moet al in 2025 uit de bodem. Guyana had haar eerste olie al in december 2019. Suriname hobbelt er achteraan. “Zij hebben eerder hun olie ontdekt en wij wat later. Ons voordeel is dat onze contracten iets beter is, omdat we die ervaring reeds hebben”, stelt de CEO.
Met die olie ervaring kan Suriname volgens Jagesar wat sneller bewegen. Het kan naar zijn zeggen wel nog even duren, omdat er nog faciliteiten gebouwd moeten worden. “Zo’n productieplatform op zee duurt wel drie jaren om het te bouwen. Dus je hebt die tijd echt nodig. Maar dat toezicht dat we kunnen houden en de facilitering van onze zijde naar de buitenlandse maatschappijen, is veel beter”, aldus de Staatsolie topman vanuit Guyana.