Rust en stabiliteit belangrijk voor Deviezencommissie
De Deviezencommissie heeft, om de rust en stabiliteit te waarborgen, drie besluiten genomen. Deze besluiten zijn dat exporteurs met ingang van 1 maart 2021, al hun exportopbrengsten moeten repatriëren naar Suriname. Ook zullen exporteurs en cambio’s met ingang van 1 maart 2021, een deel van hun inkomen in vreemde valuta, moeten wisselen naar Surinaamse dollar. Daarnaast zullen importeurs voor hun importen uitsluitend mogen betalen vanuit Surinaamse deviezenbanken.
Met deze besluiten beoogt de Deviezencommissie de volgende doelen te bereiken:
– Het verhogen van het aanbod aan vreemde valuta voor importen, waardoor de druk op de wisselkoers zal afnemen;
– Het versterken van de Internationale Reserve (IR) van de Centrale Bank, waardoor de Centrale Bank beter in staat wordt gesteld om te interveniëren op de valutamarkt;
– Het verhinderen van speculatie met de Surinaamse dollar buiten de landsgrenzen;
– Het bestrijden van Trade Based Money Laundry.
Het besluit van de Deviezencommissie van verplichte repatriatie van exportopbrengsten houdt in dat exporteurs met ingang van 1 maart 2021, verplicht zijn om 100% van de exportopbrengsten te repatriëren naar Suriname. Een ondernemer die dus goederen, zoals hout of goud of andere goederen, exporteert aan een afnemer in het buitenland, zal de betaling van de afnemer rechtstreeks moeten ontvangen op een Surinaamse deviezenbank. Hieraan zal een termijn worden verbonden: binnen maximaal 60 dagen na export. Voor specifieke, niet veel voorkomende gevallen, zoals afwijkende betalingscondities, kan de Deviezencommissie in samenwerking met de andere autoriteiten, steeds voor een passende oplossing zorgdragen.
Het doel van dit besluit is dat alle vreemde valuta die voortvloeit aan in Suriname geproduceerde goederen, met inbegrip van goud- en houtexporten, weer terugvloeit naar het Surinaamse volk en het Surinaams bedrijfsleven. De beschikbaarheid van vreemde valuta voor importen, maar ook voor aanvulling van de internationale reserves van de Centrale Bank, zal daarmee toenemen en daarmee wordt een afname van de druk op de wisselkoers tussen vreemde valuta en Surinaamse dollar bereikt. Dat leidt tot stabiliteit van de wisselkoers. Hierbij wordt opgemerkt dat een deugdelijke controle door de douane op de exportwaarde van geëxporteerde goederen noodzakelijk is – omdat anders een risico wordt geïntroduceerd op onder facturering waardoor alleen die exportopbrengsten die op de factuur staan worden gerepatrieerd en de exportopbrengsten daarboven toch in het buitenland blijven hangen.
Dus de controle van de douane op exporten – met name de juistheid van de opgegeven waarden en volumes – zal in samenwerking met de autoriteiten verder worden opgevoerd. De administratieve uitvoering van dit besluit zal door de Deviezencommissie worden gedelegeerd aan de Centrale Bank, waarbij de Centrale Bank periodiek zal rapporteren aan de Deviezencommissie zodat we de effectiviteit van deze maatregel kunnen blijven monitoren en op basis daarvan de maatregelen tussentijds kunnen aanpassen en in overleg kunnen blijven met stakeholders.
Het tweede besluit van de Deviezencommissie is de invoering van een zogenaamde retentieregeling. Dat houdt in dat exporteurs en cambio’s een deel van hun inkomen in vreemde valuta, moeten wisselen naar Surinaamse dollar. Het gaat dus niet om afdracht, maar om inwisselen van bijvoorbeeld US Dollar naar Surinaamse dollar. Het deel dat zal moeten worden gewisseld naar Surinaamse dollar, bedraagt ten minste 30% van de ingekomen vreemde valuta.
In feite wilde de commissie deze maatregel al eerder invoeren, maar vanwege de grote discrepantie tussen de parallelmarktkoers en de formele Centrale Bank koers, zou het onbesuisd invoeren van deze maatregel ertoe leiden dat de internationale concurrentiepositie van Surinaamse producenten zou worden aangetast.
Voor bedrijven die het grootste deel van hun afzet binnen Suriname hebben en exporteren om met de opbrengsten daarvan hun inputs in vreemde valuta financieren, zal specifieke regelgeving worden gemaakt. Dit betreft slechts enkele bedrijven in Suriname.
Daarnaast gaat het om ten minste 30% inwisselen. In feite is de 30% bestemd voor lokale kosten, zoals uitbetalen van lokaal personeel. Dat betekent dat de exporteurs nog ten hoogste 70% vreemde valuta overhouden, voor het financieren van inputs.
Het derde besluit van de Deviezencommissie is een verplichting dat voor importen uitsluitend mag worden betaald vanuit een Surinaamse deviezenbank. Deze maatregel dient drie doelen:
1. Het eerste doel is dat er wordt voorkomen dat exporteurs zelf als illegale cambio optreden, om importen van importeurs te financieren en zij daarbij op onrechtmatige wijze een aanvullende marge maken.
o Dit weerhoudt exporteurs om hun vreemde valutaopbrengsten te repatriëren en leidt ertoe dat de vreemde valuta buiten Suriname blijft.
o De aanvullende marges hebben een opwaarts effect hebben op de wisselkoersen vreemde valuta/SRD.
o Voorts worden hiermee de lokale deviezenbanken ‘buiten spel’ gezet waardoor er voor bona fide importeurs – die hun vreemde valuta bij de bank wensen aan te kopen -, steeds een tekort is aan vreemde valuta.
2. Het tweede doel is het tegengaan van Trade Based Money Laundry, mede in het kader van de Nationale Risk Assessment. De Financial Action Task Force heeft dit jaar een specifieke focus op het tegengaan van Trade Based Money Laundry.
o Met Trade Based Money Laundry worden geldstromen buiten Suriname omgezet in goederenstromen, vervolgens worden de goederen geïmporteerd en op de lokale markt weer omgezet in geldstromen.
o Met deze lokale geldstromen kan vervolgens binnen Suriname voor smokkelwaar en illegale goederen worden betaald. Dat willen we voorkomen.
3. Het derde doel is het voorkomen van onder facturering en daarmee belastingontduiking, ontduiking van invoerrechten en omzetbelasting. Op het moment dat de geldstromen inzichtelijk zijn, zal het lastiger zijn voor importeurs om illegaal onder te factureren. Daarmee zullen de belastingopbrengsten worden verhoogd, en zal de fiscale druk afnemen, maar zal ook de vraag naar valuta voor import van luxegoederen afnemen. Beide aspecten hebben een positief monetair effect op onder meer de wisselkoers.