Surinaamse mensenrechten deskundige herkozen in VN Comité CESCR
Mr. Lydia Ravenberg is bij acclamatie voor een derde zittingstermijn (2021-2024) herkozen als lid van het Comité inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (CESCR) van de Verenigde Naties. Dit gebeurde op 14 september 2020.
Dit VN-orgaan is verantwoordelijk voor het monitoren van de uitvoering van de committeringen van Verdragspartijen bij het Internationaal Verdrag over Economische, Sociale en Culturele rechten. Suriname is op 28 december 1978 toegetreden tot dit verdrag.
Het Comité bestaat uit 18 deskundigen die in hun persoonlijke capaciteit dienen voor een periode van vier jaar.
In de eerste zittingstermijn van 2013 t/m 2016 heeft betrokkene zich onder meer sterk gemaakt voor implementatie op het recht van eenieder op een zo goed mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid (art. 12 van het Verdrag).
Betrokkene laat optekenen dat zij zich in de tweede zittingstermijn van 2017-2020, naast het recht op een zo goed mogelijke gezondheid, ook heeft gericht op de bescherming van het gezin, bevallingsverlof en de bescherming van jeugdigen zonder discriminatie op grond van afstamming of andere gronden (art. 10 van het Verdrag).
In de nieuwe zittingsperiode wil mr. Ravenberg zich onder meer richten op het tegengaan van corruptie. Het is volgens art. 2 van het Verdrag de plicht van partij-Staten om te streven naar de verwezenlijking van de economische, sociale en culturele rechten.
Zij moeten maatregelen nemen op economisch en technisch gebied en met volledige gebruikmaking van de hen ter beschikking staande hulpbronnen, ter verwezenlijking van de economische, sociale en culturele rechten. Corruptie is een beletsel daartoe.
Minister Ramdin heeft de herverkiezing van onze deskundige landgenoot verwelkomd. Onderdeel van ons buitenlandsbeleid moet ook door middel van deze vertegenwoordiger onze leiderschap en visie uitdragen.